Infrastructuur heeft een grote maatschappelijke waarde. Nederland kan niet zonder excellente infrastructuur. Maar veel Nederlandse kunstwerken zijn verouderd en dat betekent een vergroot risico op falen. Ruim drie jaar geleden is het Smart Industry Fieldlab Camino opgestart met als doel om onderhoud van infrastructurele werken honderd procent voorspelbaar te maken. Is dit nog steeds een haalbaar doel, of staat het spreekwoordelijke water projectleider Ruben Ogink inmiddels aan de lippen?
Laura van der Linde
De meeste sluizen, gemalen, bruggen en andere bouwkundige, watergerelateerde kunstwerken zijn gebouwd in het begin van de vorige eeuw. We kunnen dus wel spreken over verouderde assets. ‘De uitdaging is om te streven naar maximale beschikbaarheid van deze assets, omdat ze zo’n grote maatschappelijke waarde hebben’, legt Ruben Ogink uit. Fieldlab Camino richt zich op effectieve en efficiënte manieren om met behulp van moderne technieken onderhoud aan wegen, rails, bruggen, viaducten, waterwegen en sluizen voorspelbaar te maken. ‘Een hele interessante vraag die op enig moment boven kwam drijven is ‘van wie is de data?’ en die vraag is niet makkelijk te beantwoorden.’
Triple helix
De kwaliteit van de bestaande Nederlandse infrastructuur is in het geding door veroudering en verlaagde onderhoudsbegrotingen. Om toch die maximale beschikbaarheid te kunnen garanderen, is het in dit geval belangrijk om kennis en informatie uit de triple helix te benutten: overheid, bedrijfsleven en onderwijs. Ogink licht dit toe: ‘Veel infrastructurele werken bevinden zich in het publieke domein dus de overheid is al heel snel betrokken. Voor veel kunstwerken geldt dan ook dat je moet schakelen met verschillende overheidsinstanties met verschillende rollen, belangen en budgetten. Wel is het zo dat deze partijen graag zien dat de kosten stabiel blijven. En voorspelbaar onderhoud betekent ook voorspelbaarheid van kosten, dus daar zit een gezamenlijk belang.’
De betrokkenheid van het bedrijfsleven is logisch. Daar zit heel veel kennis en vakmanschap om de kunstwerken te onderhouden. En dat onderwijs goed is aangesloten, is belangrijk en ook zeer gewenst omdat het de schakel vormt tussen de werkelijkheid vandaag en de toekomst. Ogink: ‘In praktijk is dit soms nog wel lastig te realiseren. Onderwijs, en vooral onderzoek, richt zich vaak op volledig nieuwe toekomstige technieken, terwijl een fieldlab zich veelal meer leent voor technieken die al wat verder zijn ontwikkeld, maar nu voor een andere toepassing worden ingezet.’
Concurrentie
Om te voorkomen dat binnen enkele jaren onverwachte (spoed)vervangingen nodig zijn aan Nederlandse infrastructurele werken of dat er onveilige, onbetrouwbare en oneconomische situaties ontstaan, wordt in samenwerking gezocht naar innovatieve wijzen om het onderhoud te verbeteren. Hierbij wordt gebruik gemaakt van digitale en nieuwe datagedreven technieken zoals bijvoorbeeld het internet of things, sensortechnologie, machine learning op basis van artificial intelligence en digital twins. Het project ‘Smart Maintenance bij Sluis Eefde’ streeft bijvoorbeeld naar een verbetering van de prestatie en de betrouwbaarheid van de sluis en naar effectievere onderhoudsschema’s.
Ruben Ogink, Fieldlab Camino
Met behulp van SCADA (Supervisory Control And Data Acquisition) worden alle bewegingen en handelingen op en rond de sluis geregistreerd. Deze data wordt aangevuld met nieuw gegenereerde data vanuit geplaatste sensoren. Eventuele afwijkingen die worden gedetecteerd, kunnen vervolgens een aanwijzing vormen voor – vaak nog onzichtbare – gebreken. Op deze manier kan bijvoorbeeld corrosievorming vroegtijdig worden vastgesteld.
Een van de gemaakte afspraken is dat wordt uitgegaan van ‘open data’, ofwel een situatie waarbij niet alleen verkregen inzichten, maar ook onderliggende data openlijk beschikbaar wordt gesteld aan alle projectpartijen. Ogink: ‘Camino gaat ook over onderlinge marktverhoudingen. Binnen deze proeftuin zitten nogal eens potentiële concurrenten met elkaar aan tafel. Dat betekent dat je goede afspraken moet maken over wie eigenaar is van de data die vrij komt. Als we daar oplossingen voor vinden, gaat het stromen.’ Het gaat bijvoorbeeld over contractafspraken. Niet alleen opdrachtnemer, maar ook opdrachtgever heeft een verantwoordelijkheid in de juiste samenwerking. ‘Binnen een pilot kom je daar nog wel uit, maar in real life zitten we nog regelmatig in elkaars vaarwater.’
Positieve energie
Het Cluster Camino Water is volop in beweging. Ook binnen Camino Rail zijn projecten opgestart. Verder wordt inmiddels concreet gewerkt aan de opstart van de clusters Camino Dijken en Camino Wegen. ‘Enerzijds is het goed onderscheid te maken tussen deze aandachtsgebieden. Iedere branche heeft zijn eigen taal, belangen, problemen en expertise. Anderzijds kunnen we enorm van elkaar leren en hoeft natuurlijk niet iedereen zelf het wiel uit te vinden.’ Maar de verbinding is er ook wel. ‘Vanuit World Class Maintenance wordt sowieso over alle fieldlabs heen gekeken. Er zijn zelfs bedrijven die participeren in meerdere fieldlabs. Kennis wordt dus wel gedeeld en dit faciliteren we ook actief’, legt Ogink uit.
Voor hem als projectleider is het in ieder geval belangrijk dat er binnen een groep energie is. ‘De bereidheid om met elkaar onbekende wegen te bewandelen. Daar hebben we de proeftuinen voor opgezet.’ Binnen een proeftuin wordt gewerkt aan een specifiek probleem of een specifiek object. Een proeftuin heeft hierbij vaak minimaal een looptijd van anderhalf jaar zodat je ook in verschillende seizoenen kunt monitoren. ‘Er wordt gestructureerd gewerkt en we lopen echt niet in zeven sloten tegelijk. Maar de boodschap is wel: ga gewoon lopen en let onderweg gewoon goed op dat je niet struikelt. Daar is energie voor nodig.’
Google+