Niet-gouvernementele organisaties (NGO), maar ook particulieren, zoeken steeds vaker de rechtsgang om bedrijven te dwingen hun emissies versneld terug te dringen. Na het succes van de Urgenda-klimaatzaak tegen de Nederlandse staat, zijn ook Shell en Tata Steel gedaagd door respectievelijk Milieudefensie en verontruste burgers. Beide bedrijven hebben al aangekondigd fors te investeren in verduurzaming van de productie. De behaalde successen lijken voor de NGO’s naar meer te smaken.
David van Baarle
Milieudefensie schreef eind mei naar eigen zeggen geschiedenis. Samen met 17.000 mede-eisers spande de milieuorganisatie een klimaatzaak aan tegen Shell. Volgens Milieudefensie schendt Shell de wettelijke zorgplicht doordat de activiteiten van het bedrijf klimaatschade veroorzaken en de klimaatdoelen van Parijs ondermijnen. De eisers wilden dan ook via de rechter afdwingen dat Shell het beleid en investeringen in lijn brengt met de klimaatdoelen van Parijs. Bovendien zou Shell de olie- en gasproductie af moeten bouwen en uitstoot terugbrengen naar nul in 2050.
De rechter gaf de eisers op veel punten gelijk. Zo beval de rechter Shell in 2030 de CO2-uitstoot ten opzichte van 2019 met netto 45 procent terug te brengen. In diezelfde tijdsspanne van negen jaar moet het bedrijf zich verplicht inspannen om de CO2-uitstoot van toeleveranciers en afnemers te verminderen met 45 procent netto.
Meer algemeen stelde de rechter vast dat bedrijven verantwoordelijk zijn voor het beschermen van mensenrechten in de hele keten. Zij zijn daarmee verplicht de CO2-uitstoot te beperken, inclusief die van zakelijke relaties en afnemers. De vraag is natuurlijk of deze zaak een precedent schept voor andere bedrijven.
Emissiereductie
Niet geheel onverwacht gaat Shell in beroep tegen de uitspraak. CEO Ben van Beurden verklaarde dat Shell vooral in hoger beroep gaat omdat een rechterlijke uitspraak tegen één enkel bedrijf niet effectief is. ‘Er is duidelijk, ambitieus beleid nodig dat fundamentele verandering in het hele energiesysteem stimuleert’, aldus Van Beurden.
Het bedrijf meldde wel dat het diens Powering Progress-strategie wil versnellen. Het einddoel is ook voor Shell netto nul uitstoot in 2050, maar de tussendoelen wijken af van de door de rechter opgelegde 45 procent reductie in 2030. Zo communiceerde Shell in de eerder genoemde Powering Progress-strategie aan dat het de netto carbon footprint in 2030 met twintig procent wil verlagen, dat is fors minder dan de 45 procent die Milieudefensie wil afdwingen. Dat doel zou volgens de plannen van Shell wel vijf jaar later kunnen worden gehaald.
Shell kondigde al een aantal stappen aan om de uitstoot van scope 1 en 2 te verminderen. Het gaat dan om een combinatie van efficiënter gebruik van energie, het stoppen met routinematig affakkelen, technologie voor het afvangen en opslaan van CO2, en het samenwerken met leveranciers om hernieuwbare elektriciteit in faciliteiten te gebruiken. Daarnaast concentreert het energiebedrijf wereldwijde raffinage-activiteiten van de huidige dertien locaties naar vijf energie- en chemieparken tegen 2030. Shell bekijkt nu de mogelijkheden om deze inspanningen op te schalen en te versnellen binnen de Powering Progress-strategie.
Shell
Investeringen
Het was opvallend dat Shell niet snel na de uitspraak van de rechter aankondigde een biobrandstoffenfabriek te bouwen in Pernis met een capaciteit van 820.000 ton per jaar. Het Shell Energie- en Chemiepark Rotterdam is daarmee het tweede park dat is aangekondigd, na de lancering van het Energy and Chemicals Park Rheinland in Duitsland in juli van dit jaar.
De fabriek start vanaf 2024 met het produceren van biobrandstoffen, zoals duurzame vliegtuigbrandstof en hernieuwbare diesel uit afval. Denk daarbij aan gebruikt frituurvet, dierlijk vet en andere industriële en agrarische restproducten. Omdat deze secundaire grondstoffen niet voldoende zullen zijn, voedt men ook plantaardige olie zoals raapzaad in de kraker. Meer dan de helft van de jaarlijkse productie wordt uiteindelijk gebruikt als vliegtuigbrandstof, ofwel sustainable air fuel (SAF). De rest verwerkt Shell Pernis tot biodiesel voor het zware transport. Bij het kraakproces ontstaan ook lichtere fracties zoals bio-nafta en biogas. Het nieuwe energie- en chemiepark verwerkt deze producten tot waterstof, dat het vervolgens inzet in de productie van de biobrandstoffen.
Eenmaal gebouwd, is de fabriek een van de grootste in zijn soort in Europa. Met de hoeveelheid hernieuwbare diesel die een fabriek van dit formaat kan produceren, is 2,8 miljoen ton CO2-uitstoot per jaar te vermijden. Het is de bedoeling dat de CO2-uitstoot van het productieproces wordt afgevangen, waarna de CO2 in een leeg gasveld onder de Noordzee kan worden opgeslagen via het Porthos-project. Het definitieve investeringsbesluit voor Porthos valt waarschijnlijk volgend jaar.
Tata Steel
Ook Tata Steel kiest noodgedwongen voor de vlucht voorwaarts. Advocaat Bénédicte Ficq kondigde in februari van dit jaar aan een rechtszaak te willen aanspannen tegen het staalbedrijf in Velsen-Noord. Daarop kondigde het bedrijf een extra investering aan van driehonderd miljoen euro in Roadmap Plus. In de tussentijd publiceerde het RIVM een onderzoek naar de luchtkwaliteit en kwam onder meer tot de conclusie dat de maatregelen om CO2-emissies terug te dringen niet per se gunstig zijn voor de luchtkwaliteit.
De directie van Tata Steel Nederland reageerde door aan te kondigen om volop te koersen op de productie van groen staal via de waterstofroute. Deze route combineert volgens Tata Steel CO2-reductie met verbetering van de luchtkwaliteit. Daarmee laat Tata de CCS-route dus los en speelt blauwe waterstof geen rol meer. Inmiddels is dan ook streep gezet onder het Athos-project.
De waterstofroute wordt bereikt via de inzet van de zogenaamde direct reduced iron (DRI) technologie. Dat is een technologie waarmee ijzer wordt gemaakt op basis van aardgas of waterstof, uitgevoerd in combinatie met een of meer elektrische vlamboogovens. Het Zweedse SSAB produceerde onlangs nog de eerste kilo staal via deze methode.
Waar Tata de waterstof vandaan gaat halen, is nog niet duidelijk. Het bedrijf schets wel een scenario waar het eerst aardgas zal inzetten als brandstof dat ze geleidelijk aan kan aanvullen met waterstof. Gezien het feit dat Tata de CCS-route los laat, zal blauwe waterstof geen rol meer spelen.
Overlastbeperking
De waterstofroute gaat hand-in-hand met de acties uit Roadmap Plus. Hier gaat het om het realiseren en versnellen van de maatregelen die gericht zijn op het verminderen van de overlast en emissies voor de omgeving. Een extra impuls van driehonderd miljoen euro moet in twee jaar de geurbelasting met circa 85 procent laten afnemen en de stofneerslag in de omgeving met 65 procent.
Het bedrijf investeert tegelijkertijd in een DeNOx– en ontstoffingsinstallatie. Alleen al dit proces vergt een investering van 150 miljoen euro. Bij de Pelletfabriek verwerkt Tata Steel ijzererts tot ronde balletjes (pellets) die worden ingezet in de Hoogovens. De DeNOx– en ontstoffingsinstallatie zal het aantal stikstofoxiden (NOx), fijn stof en zware metalen in de rookgassen van de Pelletfabriek naar verwachting met tachtig procent verlagen.
Stof en geur
In de Roadmap Plus staan vooral extra maatregelen tegen stofverspreiding. Een belangrijke maatregel in het verminderen van het zichtbare stof is het beperken van stofverwaaiing bij de opslagen en bij het overstorten op transportbanden in het grondstoffengebied. De oplossing zit met name in het bouwen van stofschermen en het pertinent overkappen van de bunkers van de Hoogovens en de grondstoffenaanvoer hiernaartoe. Ook het overkappen van het koelproces van converterslak levert een belangrijke bijdrage aan stofvermindering.
Om emissies in de hoogovens zelf tegen te gaan, krijgen ze zogenaamde smidsekappen: een speciale afzuigkap. De Oxystaalfabriek krijgt eveneens een passende extra afzuiginstallatie. Het doel is om stofhoudende gassen tijdens het kiepen van ruwijzer in de converter beter af te zuigen.
Veel van de stankklachten waren te wijten aan kooksfabriek 2. Om geuroverlast te voorkomen investeert Tata vijftig miljoen euro in verbetering van de mechanische afdichting van de fabriek. Ook wil Tata de deuren in beide kooksfabrieken vervangen. Inspecties moeten uitwijzen welke deuren niet meer voldoen en dienen te worden vervangen. Een andere nieuwe maatregel bij de aanpak tegen geur is het installeren van een nieuwe dampwasser bij Beitsbaan 22. Door het totaalpakket aan geurmaatregelen verwacht Tata Steel een vermindering van geurbelasting voor de directe woonomgeving tot ongeveer 85 procent in 2023.
Google+